Spanje

Hallo jongens en meisjes.
Ik doe mijn spreekbeurt over Spanje.
Mijn hoofdstukken zijn:
H1.Spanje en de koning.
H2.de bewoners.
H3.de taal.
H4.barcelona.
H5.eten en drinken.
H6.siesta.
H7.flamenco.
H8.stierenvechten.
H9.plaatjes
H10.slot/mening


Hoofdstuk 1. Spanje en de koning.

De hoofdstad van Spanje is Madrid.
In Spanje is het meestal warm en lekker weer.
En de zon schijnt volop.
Heel veel mensen gaan daar op vakantie, want het is een heerlijk vakantie land.
Als je daar op vakantie gaat heb je zeker een parasol nodig.
Als de Spanjaarden vakantie hebben blijven ze dan ook in hun eigen land.
In Spanje zijn ook hele mooie stranden.
Ook veel campings in Spanje liggen aan zo’n strand.

De koning.
De koning van Spanje heet juan Carlos. Samen met Sofia regeert hij sinds 1975 over Spanje.
Ze hebben twee dochters en 1 zoon.
Hun paleis stad in de hoofdstad Madrid.
Nederland hoorde vroeger bij Spanje.
Dat was in de 16e eeuw.
Ze hadden toen dezelfde koning, fililps de tweede.
Maar later kreeg Spanje dus Juan Carlos als koning.

Hoofdstuk 2.de bewoners.

De inwoners van Spanje heten Spanjaarden.
Spanje heeft 40 miljoen inwoners.
Dat is ongeveer 3,5 keer zoveel als in Nederland.
De meeste Spanjaarden wonen in grote steden aan de kust.
Dat is natuurlijk ook niet gek.
In het binnenland van Spanje is eigenlijk niet veel te doen.
Het is er veel te heet om te wonen.
En de grond is er veel te droog om iets te verbouwen.
In de steden en aan de kust is het meeste werk te vinden.
Daarom wonen daar de meeste Spanjaarden.
De Spanjaarden houden van dansen, muziek en lekker eten.

H3.de taal.

In Spanje spreek je Spaans.
Maar in Spanje zijn er ook verschillende streken en daar hebben ze ook ieder hun eigen taal.
b.v. in Catalonie spreken ze Catalaans.
Maar ze spreken wel allemaal de basis Spaans.
Als je Spaans schrijft staan er soms wel rare dingen in een woord.
b.v. als je een zin vragend is staat de vraagtekenen voor het woord en op zijn kop zo zijn er nog veel meer dingen.
Ook heel veel Spaanse klinkers spreek je moeilijk uit.
Als je op vakantie gaat zijn de zinnen misschien handig.

H4.barcelona.

barcelona is op een 1 na de grootste stad van spanje.
In de romeinsetijd werd barcelona een belangrijke havenstad.
In barcelona kun je van alles doen.
Je kunt daar in een bus een rond rit krijgen door barcelona je komt daar van alles tegen het voetbal stadion, la casa mila en Sagrada familia.
la casa mila is een appartement gebouw die ontworpen is door gaudi.
Sangkarda familia is een kerk hij is ook ontworpen door gaudi.
Het voetbal stadion is een groot stadion een beroemde voetbal club die daar in speelt is f.c barcelona.
Zelf ben ik ook in het voetbal stadion geweest.
En heb ik sangkarda familia gezien.





Hoofdstuk 5. eten en drinken

Spanjaarden zijn gek op eten en drinken.
Ze eten dan ook vier keer per dag.
Het bekendste eten is paella en tapas.
Paella is een schotel met vis, schelpdieren, kip, grote garnalen, rijst, groenten, knoflook en kruiden.
De rijst is niet wit maar geel.
Soms zit er ook inktvis in de paella.
Tapas zijn borrelhapjes.
Wel mensen eten dat in een bar met een borrel.
Tapas kan van alles zijn olijven, gerookte amandelen, een stokbroodje met kaas, worst of vis, garnaaltjes in olie.
Knoflook en uien zijn heel gezond.
In alle gerechten zit dit er ook in.
Behalve in toetjes.
De Spanjaarden eten 4 keer per dag.
Het ontbijt is heel een voudig.
Zoete broodjes chocolademelk voor de kinderen en koffie voor de volwassenen.
Thee word er bijna niet gedronken.
Het middag eten is om 3 uur ze eten dan warm.
Tussen 5 en 6 uur eten ze nog een keer ze eten dan hetzelfde als het ontbijt.
Dit wordt meestal door kinderen gegeten.
Maar om 10 en 11 uur eten ze nog een keer ze eten dan een gecombineerde schotel.
Het drinken.
De kinderen in Spanje drinken ortsjata.
Dat ziet er uit als melk en is gemaakt van de knollen van de aardamandel.
Koffie word er ook gedronken maar niet door kinderen.
bier word er niet zoveel gedronken.
Maar wijn wel kinderen krijgen rond hun achtste wijn.

Hoofdstuk 6.siësta

De siësta is een middagdutje.
In Nederland doen we dat niet maar in spanje is het heel normaal.
Daar doet bijna iedereen ’s middags een dutje.
Zelfs de winkels sluiten hun deuren en het personeel gaat even slapen.
Het is gewoon veel te warm om de hele dag te werken.
Of zelfs te warm om naar buiten te gaan.
Dus slapen ze lekker even een beetje bij in hun koele slaapkamers.
Ze noemen dit dutje de siësta.

Hoofdstuk 7. flamenco

In spanje is de flamenco de belangrijkste dans.
Het is prachtig om te zien.
De vrouwen hebben bloemen in hun haar en hele mooie fele jurken aan.
Die zijn versierd met bloemen, stippen of strepen.
Aan de rokken zitten veel friemeltjes en franjes.
Ze dansen op een soort tapdansschoenen.
Daarmee kunnen ze goed op de grond mee stampen.
Ze dansen op speciale muziek gespeeld door flamencogitaristen.
Er wordt ook bij gezongen en gebruiken castagnetten.
Dat zijn twee houten halve ronde bakjes die ze tegen elkaar klepperen.
Als klein kind leer je al flamenco dansen.
Wel handig voor later ,want bij alle belangrijke feesten dansen de Spanjaarden de flamenco.

Hoofdstuk 8.stierenvechten

Stierenvechten is een onderdeel van het leven in spanje.
Er worden jaarlijks zo’n 24.000 stieren gedood.
Heel veel mensen verdienen er veel geld mee met deze sport.
In spanje zijn er ongeveer driehonderdvijftig arena’s.
Een arena is een groot stadion waar het word gehouden.
Stierenvechten is dat er drie matadores zijn die ieder tegen twee stieren vechten.
Ze hebben ook een rode lap.
De meeste mensen denken dat ze op de rode kleur af komen maar stieren zijn blind ze komen op het gewapper af.
De stier word eerst gepest en daarna krijgt hij een scherpe lans in zijn nek en rug als hij helemaal uitgeput is steekt de matador hij met een dolk helemaal dood.
Zelf vind ik het heel zielig.

Hoofdstuk 9. slot/mening

Ik vond het heel leuk om mijn spreekbeurt te maken.
Ik hoop dat jullie er van hebben geleerd ik zelf wel.